Er ligt een groot tekenvel op tafel, gevuld met ogenschijnlijke ‘krabbels’. Ernaast ligt een balpen. Een man met een geleefd gezicht komt binnen, hij loopt naar zijn tekening en gaat zitten. Hij volgt wat er gebeurt tussen Rifka en anderen en kijkt aandachtig als Rifka over tafel naar hem toe wandelt.
Hij buigt zich voorover naar de pop en begroet haar vriendelijk. Rifka is nieuwgierig naar wat hij getekend heeft. Meneer is moeilijk te verstaan, maar Rifka haakt in op bekende woorden en zo ontstaat er een gesprek.
Aan zijn manier van tekenen, zie ik dat hij het vaak heeft gedaan. Zijn bewegingen gaan zo vlug en schetsmatig, maar de oren, benen en staart zijn toch herkenbaar.
Hij tekent en praat, Rifka kijkt, luistert en vraagt.
Hij in de rol van grootvader en zij in de rol van kind. Ze hebben het over Sinterklaas. Het paard, de mijter en Piet worden over elkaar heen getekend. Hij vraagt Rifka waar het paard loopt en zegt dat het paard wel moet uitkijken op het dak. Ze lachen en zingen samen.
Het samen tekenen is een prachtige ingang tot verbeelding en verbinding. Het poppenspel zet meneer hierbij in een andere positie, hij is naast tekenaar ook grootouder. Nadat ze elkaar uitgezwaaid hebben, verlaten we de woonkamer en lopen we de gang in.
Een expositie van zijn werk op de gang
Er hangen vele schilderijen van o.a. een paard, het meisje met de Parel, een weiland. Ik zie ook twee schilderijtjes van een oog. Twee ogen onder elkaar. Het bovenste oog kijkt me bijna aan... zo echt. Het onderste oog niet, het heeft deze expressie niet meer.
Zijn schilderijen tonen het beloop van zijn ziekte
De creativiteit en ook het verloop van zijn ziekte, is zichtbaar in zijn werk. Zijn werk is van belang, het vertelt ons veel. Meneer wordt gezien in zijn kunstenaarschap en het mooiste is, hij blijft tekenen…

Comments