“Je kan even naar binnen, maar meneer was net boos en pakte mij heel stevig vast’, vertelt de medewerkster welzijn. Ik duw de bloemenkar het stille deel van de woonkamer in, waar een man in joggingbroek op een zitzak zit. Ik vraag of ik even binnen mag komen, dat mag.
Ik vertel dat ik mijn buurman bij me heb, hij kijkt aandachtig. Ik benoem dat het een pop is. Hij knikt, dan kan Sjaak verder. Nadat de mannen zich aan elkaar hebben voorgesteld, ontstaat er een gesprek over het schippersinternaat, waar meneer als kleine jongen gezeten had, omdat zijn vader op de grote vaart zat. Het was een gokje van mij wat raak leek.
De zorgmedewerkster is ook binnen gekomen, de mannen hebben er geen erg in. Zij gebaart naar mij, of ik meneer mee kan krijgen naar het toilet. Het ruikt in de woonkamer sterk naar urine, ik begrijp de vraag en vermoed een onderliggend probleem.
Sjaak zegt dat hij naar de wc moet ("die plastabletten hè") en vraagt of meneer weet waar die is. Dat weet hij, de zorgmedewerkster helpt meneer omhoog. Zijn broek en de zitzak zijn erg nat. Sjaak loopt met zijn bloemenkar achter meneer met zijn rollator aan, door de gang op weg naar zijn kamer.
Daar aangekomen zegt Sjaak dat hij heel nodig moet en vraagt welke deur van de wc is. Meneer laat het zien en voor de deur zegt de zorgmedewerkster heel vriendelijk tegen Sjaak, dat meneer zelf eigenlijk ook even naar toilet moet. Ze vraagt bevestiging aan meneer, hij knikt. Sjaak maakt plaats in het smalle gangetje, hij houdt het nog wel even op. Meneer wordt gewassen en door de deur houden de mannen contact. Daarna is de beurt aan Sjaak en de zorgmedewerkster begeleidt meneer naar zijn stoel. Zij geeft hem complimenten over zijn nieuwe broek en gezellige kamer, zet voor hem de televisie aan.
Op de gang vertelt de zorgmedewerkster dat meneer de hele dag geen incontinentiezorg geaccepteerd had. Dat leidde natuurlijk tot ongemak op lichamelijk en sociaal vlak. Ik kan alleen maar inspelen op wat zich aandient. Er was een klik én een behendige zorgmede-werkster. Samen konden we meneer helpen, zonder hem zijn waardigheid te laten verliezen.
Enne het schippersinternaat… meneer was een bakkerszoon.
Comments